Het volgende mooie verhaal ontvingen wij van Ans van Oudheusden:
Ons lot.
Elf jaar is ze al en meestal heel gehoorzaam. Maar als haar parmantig neusje lucht vangt, klappen de oortjes spontaan dicht. Al kwispelend, ‘t staartje als een antenne boven het gras, gaat ze er vandoor. Roepen help dan echt niet meer en bevelen worden niet opgevolgd.
Lotjes favoriete jachtveld is per definitie buiten ons toch heel ruim bemeten, maar omheind perceel. Het kleine ding zoekt het grote avontuur achter het hek. Dassen en vossenburchten, die zijn pas interessant. En af en toe een gladde slang of hazelworm. Gelukkig zijn die niet giftig, maar je moet er niet aan denken dat ze toch een echte adder zou treffen.
Onbevangen en onbekommerd over onze zorgen blijft Lotje uren weg, soms het grootste gedeelte van de dag. Natuurlijk kijken we uit naar Lotje, maar hoe in de wereld vindt je zo’n perfect in wildkleur gecamoufleerd Kaninchen?
Vandaag, opeens zie ik haar, 7 uur nadat ze het perceel had verlaten. Ze is vlakbij maar echt nog niet van plan om te komen. Uiteindelijk na een wat gefrustreerd “Lotje, potverdikke kom hier”, komt ze mijn kant op en valt volkomen uitgeput voor mijn voeten. Met de baas en het huis in zicht, voelt het oude dametje plotseling haar vermoeidheid en kan geen meter meer lopen. Liefdevol draag ik haar naar binnen, waar ze zich laaft bij een verse schaal water. Zelfs dit kan ze niet meer staande volbrengen: eindelijk thuis! Ik til haar op en leg haar in haar Teckelbak, in de slaapzak, waar ze de komende uren in een comateuze slaap zaal doorbrengen.
Zelfs de tuinman die het gras komt maaien wordt nu niet meer opgemerkt, terwijl dat anders toch reden is om keffend alarm te slaan. Nee Lotje is nu weer rustig.
Maar ik weet nu al dat zodra de vermoeidheid een beetje over is, dan roept het jachtveld weer. Je weet wel; buiten de omheining.