Inmiddels sta ik ruim 11 weken met mijn 4 pootjes op deze wereld en wat heb ik het naar mijn zin hier.
Er is zoveel te zien en te ontdekken, en ook mijn baasje merkt dat ik heel veel zie en vooral veel ontdek want ze pakt nogal eens de gevonden schatten van mij af. Ik begrijp het niet helemaal, maar blaadjes, slakken, zand, kiezels en stenen zijn woorden die ik daardoor aan het leren ben, maar zijn spullen die ik schijnbaar niet in mijn bek mag stoppen.
Minder leuk was mijn bezoek aan de dierenarts, hij was zeer tevreden over mijn uiterlijk en gezondheid maar vond het toch nodig om een spuitje te geven. Het prikje vond ik niet erg, maar daarna had ik wel een flinke beurse plek die pijn deed. Maar ik ben een stoere vent en laat me niet kennen. Zeker op het werk bij de BergseBeestenBoel niet, want ik moet het daar uiteindelijk allemaal gaan regelen. Ik leer veel. Als ik het spannend vind ga ik op mijn rug liggen en stopt het spel, als ik een speeltje af pak van een ander hond dan kan ik een snauw krijgen en als ik gek doe dan gaan ze met me meespelen. Mijn eerste zwemles is achter de rug, spannend, maar steeds als ik een stapje verder het water inging kreeg ik een lekker brokje en toen ik eenmaal in het zwembadje was vond ik het heerlijk. Nu klim ik er zelf in als ik het warm heb of dorst heb. Ik kan zelfs bellen blazen met mijn neus onder water. Gelukkig kan ik wel met mijn pootjes op de grond, en zo wandel ik het badje door.
Ik train mijn stembanden regelmatig. Als ik moet poepen of plassen blaf ik, als ik zie dat er eten aan komt blaf ik en als ik heel moe ben ga ik blaffen. En het is fijn dat het baasje er dan is om mij te helpen. Mijn broer Gijs is heel sterk en regelmatig probeer ik van hem te winnen, soms niet helemaal eerlijk, maar ik kan dan net winnen als ik wat harder in zijn oren of lip bijt. Hij leert mij allerlei manieren om te stoeien en soms doet hij het voor bij mij en mag ik het bij hem ook uitproberen. Zo word ik sterker dan neef Gaudi, want die is nu nog de sterkste. Maar zoals mijn baasje zegt: “we zijn aan elkaar gewaagd”. Op het werk zijn heel veel verschillende honden en inmiddels ben ik niet meer onder de indruk van alle maten en rassen, maar wandel vrolijk mee. Ik moet wel in de buurt van een van de uitlaatsters blijven omdat ze bang zijn dat ze mij omver lopen. Zelf vind ik het wandelen tussen alle andere het leukste, super stoer! Alleen als ze wegrennen ben ik nog niet zo snel, maar al wel veel sneller dan vorige week. Ik leer het allemaal gelukkig snel. En ondertussen kan ik goed oefenen voor de puppycursus. Ik kan al zit en af. Alleen bij af vind ik het leuker om helemaal door te rollen tot ik op mijn rug lig en dat is schijnbaar niet de bedoeling. Maar voor een koekje doe ik veel!